Het toneelstukje "De Weersverwachting"

De core business van de weersverwachting zou de weersvoorspelling moeten zijn. In werkelijkheid wordt deze verpakt in een toneelstukje met beschouwingen over het klimaat van over 30 jaar, alarmeringen die achteraf vals blijken te zijn, constateringen over de flora die kant noch wal raken, normale afwijkingen van gemiddelden die als bijzonder worden gepresenteerd, de lange termijn weermodellen die nooit kloppen en niet te vergeten de niet voor ons weer ter zake doende verhalen over het weer in verre oorden,

Het weer voorspellen is een weerbarstige bezigheid. Zelden zitten de voorspellingen er niet naast. Op zich niet vreemd met de Noordzee als warmte/koude accu voor de deur, de Atlantische Oceaan om de hoek en de continentale hogedrukgebieden die nooit op hun plaats willen blijven. Neem daarbij de vreemde vorm van ons landje waarboven de natuur zijn werk doet en dan wordt een verwachting meer een loterij. Deze weerbarstigheid is echter geen reden om de onzekerheid over de uitkomst vooraf beter aan te geven en achteraf beter aan te geven waarom het niet uitkwam.

In de veronderstelling dat weerkunde een wetenschap is mag je veronderstellen dat weerkundigen de valkuilen van modellen kennen. Zij tuinen er immers met regelmaat in voor wat betreft de korte en langere termijn voorspellingen. De oude wijsheid dat het weer doet wat het wil bestaat niet voor niets. Het weer is dus niet zodanig de modelleren dat de uitkomsten exact zijn. De uitgangspunten van de modellen en de beperkingen er van zijn dus het vertellen waard.

Als het over het nog complexere klimaat gaat dan worden de modellen met blind vertrouwen gevolgd en de uitkomsten als bijvangst van de weersverwachting als waarheid uitgereikt. Weerkundigen zijn dus de zieners van vroeger geworden die met hun profetien onrust stookten. Weerkunde en klimaatkunde zijn verschillende disciplines. Schoemaker blijf bij je leest is dus het advies.

Weeralarmen zijn een gevolg van de cover my arse cultuur. Stel je voor dat iemand zonder waarschuwing bij ijzel de weg op gaat, bij storm gaat zeilen of bij onweer het open veld ingaat en jou verantwoordelijk stelt. Helaas geven weeralarmen meestal het weer aan dat niet komt. Weeralarmen zijn in de praktijk dus bordjes die vertellen dat de deur dicht is die jij meestal wel open ziet staan. Misschien is gewoon vertellen dat er kans is op slecht weer een voldoende waarschuwing.

In de winter worden in januari winterbloeiers zoals de hazelaar, winterjasmijn, winterprunus via de opwarmingsroute al voorjaarsboden genoemd. Dat sneeuwklokjes in februari om de zelfde reden te vroeg bloeien is zelfs om taalkundige reden een verbazingwekkende constatering. Deze pseudo plantenkennis gaat door tot de constatering dat tweede bloei van sommige planten is de herfst komt door de opwarming. Weerkundigen zouden toch eens kennis moeten nemen van plantkunde op middelbaar schoolniveau met de bloeikalender als bijzonder aandachtspunt.

Helaas kennen weerkundigen het verschil niet tussen een gemiddelde en een norm. De zin: "De gemiddelde langjarige temperatuur voor vandaag is 6 graden maar een afwijking van plus en min 10 graden is normaal," geeft aan waarom de opmerking dat de norm voor vandaag is 6 graden onzinnig is voor wetenschappers. Er is namelijk geen normstelling voor de dagelijkse temperatuur.

Verhalen over het weer in verre oorden zijn interessant voor in de zijlijn en moeten ook zo gepresenteerd worden. De hoofdmoot is de weersverwachting voor Nederland met inbegrip van het provinciale niveau. Nu ligt het accent op het weer in Amsterdam en omstreken waarschijnlijk omdat de weerkundigen daar wonen. Van Piet Paulusma is dus veel te leren want hij komt nog eens ergens.